21 februari 2022

Acanthomyrmex thailandensis

Acanthomyrmex thailandensis of Thailandse dikkopmieren komen alleen in Thailand en zijn daarom zeer zeldzaam. Zowel de werksters als de soldaten hebben enkele stekels op het lijf om vijanden af te schrikken. Er is een extreem verschil tussen werksters en soldaten, waarbij de soldaten een enorme kop hebben. Het zijn daarom hele leuke mieren om te zien. Deze tropische soort doet het uitermate goed bij warme temperaturen met een luchtvochtigheid van rond de 50-70% in het nestgedeelte. Ze zijn het hele jaar door actief en een kolonie blijft dus groeien. Omdat deze kolonies nooit meer dan enkele honderden werksters krijgen, zijn ze heel goed te houden als volgroeide kolonie en bijzonder mooie soldaten.

Details

Afmetingen
Koningin: 7-9 mm
Werksters: 2-4 mm
Soldaten: 6-8 mm

Kolonie samenstelling
Koningin: Polygyn, kan meerdere koninginnen per kolonie huisvesten
Kolonie: tot ongeveer 500 werksters

Temperatuur
Optimaal: 22°C tot 28°C
Winterrust: nee

Voedsel
Suikerbron: bijvoorbeeld honing, schenkstroop, suikerwater, honingdauw
Eiwitbron: insecten zoals bijvoorbeeld fruitvliegen, vliegen, krekels, muggen, etc.
Zaden: Deze soort kan ook (kleine) zaden gevoerd worden.

Ontwikkeling
De ontwikkeling van eitje tot mier is sterk afhankelijk van temperatuur. Bij deze soort duurt het ongeveer 6 tot 10 weken:
Eitje tot larve: 7 tot 14 dagen
Larve tot pop: 21 tot 35 dagen
Pop tot werkster: 14 tot 21 dagen

Verwachtte groei (bij optimale omstandigheden)
Jaar 1: 10 tot 50 werksters
Jaar 2: 50 tot 100 werksters
Jaar 3: 100 tot 200 werksters
Jaar 4: 200 tot 400 werksters
Jaar 5: 400 tot 500 werksters
Maximaal: 500 werksters