6 april 2017

Solenopsis fugax

Solenopsis fugax of diefmieren zijn kleine miertjes. Ze worden ook wel eens vuurmieren genoemd omdat ze kunnen steken en dit een branderig gevoel geeft. Het is met een lengte van 1,5 tot 6,5 millimeter één van de kleinste mieren van Europa. Ze maken hun nesten vaak in de buurt van andere mieren kolonies. In de natuur kunnen ze vaak gevonden worden in de buurt van andere mieren zoals Formica en Lasius. Ze graven tunnels van hun eigen nest naar dat van de buren. Vervolgens beroven ze de buren van het broed en verdwijnen weer via de smalle tunnels. Omdat de diefmieren erg klein en smal zijn kunnen de mieren van het beroofde nest er niet achteraan. Vandaar ook de naam ‘diefmier’.Ze zouden verward kunnen worden met de faraomier (Monomorium pharaonis) of de vuurmier (Solenopsis invicta). In tegenstelling tot de de farao- en vuur-mier zijn diefmieren geen plaag insecten. Ondanks de geringe grootte van deze miertjes, kan een kolonie snel uitgroeien tot 10.000 werksters.

Details

Afmetingen
Koningin: 6-7 mm
Werksters: 1-3 mm

Kolonie samenstelling
Koningin: Polygyn, kan meerdere koninginnen per kolonie huisvesten
Kolonie: tot ongeveer 30.000 werksters

Temperatuur
Optimaal: 19°C tot 25°C
Winterrust: niet noodzakelijk, eventueel rond de 15°C vanaf eind november tot begin maart

Voedsel
Suikerbron: bijvoorbeeld honing, schenkstroop, suikerwater, honingdauw
Eiwitbron: insecten zoals bijvoorbeeld fruitvliegen, vliegen, krekels, muggen, etc.

Ontwikkeling
De ontwikkeling van eitje tot mier is sterk afhankelijk van temperatuur. Bij deze soort duurt het ongeveer 5 tot 8 weken:
Eitje tot larve: 5 tot 10 dagen
Larve tot pop: 10 tot 20 dagen
Pop tot werkster: 10 tot 14 dagen

Verwachtte groei (bij optimale omstandigheden)
Jaar 1: 20 tot 50 werksters
Jaar 2: 50 tot 200 werksters
Jaar 3: 200 tot 1.000 werksters
Jaar 4: 1.000 tot 5.000 werksters
Jaar 5: 5.000 tot 10.000 werksters
Maximaal: 30.000 werksters