16 januari 2016

Formica fusca

Formica fusca of grauwzwarte renmier is een inheemse soort voor Nederland. Dit zijn de zwarte bosmieren van Nederland (deze mieren zijn groter dan de Lasius soorten) maar veel minder agressief dan de rode variant (Formica rufa). Ze ontlopen conflicten met andere mieren soorten liever dan dat ze in de aanval gaan. Ze worden dan ook vaak als slaafmier gebruikt voor soorten als Formica sanguinea en Polyergus rufescens. Ze zijn makkelijk te houden en een kolonie kan zich snel ontwikkelen tot grote aantallen mieren. Een kolonie is monogyn (één koningin per nest), maar meestal polygyn (meerdere koninginnen per nest). Van eitje tot larve duur 10 tot 12 dagen, larve tot pop ongeveer 10 tot 14 dagen en tot er een werkster uit de pop komt duurt nog eens 10 tot 24 dagen. Werksters leven niet veel langer dan 2 jaar. De koninginnen leggen steeds weer nieuwe eitjes, waar nieuwe mieren uit komen. Het is een goede soort om mee te beginnen als mierenhouder.

Details

Afmetingen
Koningin: 11-13 mm
Werksters: 4-8 mm

Kolonie samenstelling
Koningin: Polygyn, kan meerdere koninginnen per kolonie hebben
Kolonie: tot ongeveer 2.500 werksters

Temperatuur
Optimaal: 19°C tot 25°C
Winterrust: ja, bij 8°C tot 15°C vanaf oktober tot maart

Voedsel
Suikerbron: bijvoorbeeld honing, schenkstroop, suikerwater, honingdauw
Eiwitbron: insecten zoals bijvoorbeeld fruitvliegen, vliegen, krekels, muggen, etc.

Ontwikkeling
De ontwikkeling van eitje tot mier is sterk afhankelijk van temperatuur. Bij deze soort duurt het ongeveer 4 tot 6 weken:
Eitje tot larve: 7 tot 14 dagen
Larve tot pop: 10 tot 14 dagen
Pop tot werkster: 10 tot 14 dagen

Verwachtte groei (bij optimale omstandigheden)
Jaar 1: 5 tot 10 werksters
Jaar 2: 10 tot 30 werksters
Jaar 3: 30 tot 100 werksters
Jaar 4: 100 tot 500 werksters
Jaar 5: 500 tot 1.000 werksters
Maximaal: 2.500 werksters